Meld je hier aan voor de 15 euro lessen. 

 Lesagenda

Robert Hage van de NGF legt uit...

Het begrip ‘stroke index’ (SI) is het beste samen te vatten als de waarde die wordt toegekend aan elke hole op een golfbaan om te bepalen waar handicapslagen gekregen of gegeven worden.

De stroke index is een indicatie van de moeilijkheid van een bepaalde hole, waarbij ideaal gesproken de moeilijkste hole stroke index 1 krijgt en de makkelijkste hole stroke index 18. Verderop, onder de kop ‘Richtlijnen voor het bepalen van de stroke indices’, lees je hier meer over.

Waarom een stroke index?

  1. Het toekennen van een stroke index gerelateerd aan de moeilijkheid van de holes heeft als belangrijkste doel om in matchplay met handicapberekening te bepalen op welke holes een speler slagen krijgt als hij/zij een wedstrijd speelt tegen een tegenstander met een lagere handicap, zodat de speler een kans heeft om die holes gelijk te spelen.
    De handicapslagen worden per hole verrekend. De speler met de laagste netto score wint de hole.
     
  2. De stroke index wordt ook gebruikt bij de berekening van een netto (wedstrijd)resultaat van een speler in spelvormen zoals strokeplay, Stableford, Four-ball, Tegen Par/Bogey en Maximum score (als de maximum score gekoppeld wordt aan de netto score van de speler). Het netto resultaat van een golfer, bijvoorbeeld het aantal punten in een Stableford-ronde, wordt berekend aan de hand van de handicap van de speler en de stroke index van de gespeelde baan.
    In een individuele ronde (voor handicapdoeleinden) ‘krijgen’ de meeste spelers slagen maar topamateurs moeten slagen ‘geven’.
    De speler vindt in de handicapslagentabel van een baan per teekleur wat zijn/haar baanhandicap (course handicap) is. De handicapslagentabel toont dus hoeveel slagen de speler van een bepaalde kleur tee krijgt. De stroke index is te vinden op de (digitale) scorekaart. Als een speler in de spelvorm Stableford 4 slagen krijgt, dan krijgt de golfer deze slagen op de holes met de laagste stroke indices. In de app GOLF.NL en in clubsoftware wordt automatisch getoond hoeveel slagen een speler krijgt en op welke holes hij/zij de slagen ontvangt.
     
  3. Omdat de stroke index gebruikt wordt voor de berekening van netto resultaten, speelt de stroke index ook een rol in de handicapberekening zodra een golfer een nieuwe qualifying score inlevert.
    De qualifying spelvormen in Nederland zijn strokeplay, Stableford, Maximum score en Tegen par/bogey. In het handicapsysteem wordt het dagresultaat van een speler bepaald op basis van zijn/haar aangepaste bruto score. De speler wordt dus geacht om per hole zijn/haar bruto score te noteren. De aangepaste bruto score is de optelsom van alle holescores, waarbij enkele holescores soms zijn gereduceerd tot een netto double bogey. Op elke hole wordt de persoonlijke netto double bogey-score van een speler bepaald door zijn/haar baanhandicap en de stroke index van de hole.
    In spelvormen die gebruikt worden voor handicapdoeleinden (strokeplay, Stableford, Maximum score en Tegen par/bogey) wordt het belang van de stroke index sterk overschat. De verdeling van de stroke indices heeft feitelijk een praktisch te verwaarlozen invloed op de bepaling van het dagresultaat dat gebruikt wordt voor handicapdoeleinden. In andere woorden: de verdeling van de stroke indices heeft geen invloed op de uiteindelijke handicap van een speler.

De juiste stroke index in de NGF-database

Voor handicapdoeleinden is het belangrijk dat de banendatabase van de NGF beschikt over de juiste stroke index van elke baan. Dit zorgt ervoor dat de juiste stroke index wordt getoond in de app GOLF.NL en andere systemen.

Als je club de stroke index wil aanpassen, bijvoorbeeld omdat er hole-aanpassingen in de baan zijn uitgevoerd, dan kun je de nieuwe stroke index zelf invoeren via Caddie (caddie.ngf.nl). Zodra je de stroke index in Caddie hebt aangepast, krijgt de NGF een melding. Kort daarna ontvang je als club een bericht met akkoord.

Wie stelt de stroke index vast?

De golfregels zeggen dat de Commissie verantwoordelijk is voor het bepalen van de stroke index. “The Committee is responsible for publishing on the scorecard or somewhere else that is visible (for example, near the first tee) the order of holes at which handicap strokes are to be given or received.” (Rules of Golf, Committee Procedures, Rule 5I (4).)

De stroke index van de holes kan het beste bepaald worden door de handicapcommissie, omdat zij inzicht heeft in alle scores van de spelers en de hoofdverantwoordelijke commissie is om te bekijken of aan alle voorwaarden is voldaan. Het verdient aanbeveling dat de handicapcommissie hierbij overleg pleegt met de baan- en wedstrijdcommissie. De handicapcommissie kan in de clubsoftware bekijken hoe er door spelers van verschillende niveaus gescoord wordt op hole 1, 2, 3, etc. Uit deze statistieken van de scores van de leden blijkt op welke holes laag en hoog wordt gescoord: welke holes 'gemakkelijk' en 'moeilijk' zijn.

De Wegwijs in handicapping bepaalt dat de par van de holes met bijbehorende stroke index moet worden vermeld op de (digitale) scorekaart.

Richtlijnen voor het bepalen van de stroke indices

Het basisprincipe bij het vaststellen van de stroke index is de spelvaardigheid van spelers van verschillende speelsterkte zo rechtvaardig en gelijkmatig mogelijk te nivelleren, door op de juiste holes handicapslagen toe te wijzen. Hieronder volgen de belangrijke aandachtspunten om rekening mee te houden bij de verdeling van de stroke indices over de holes.

  • Men wil ervoor zorgen dat ook bij een klein verschil in handicap die slagen gebruikt kunnen worden, voordat de partij voorbij is. Daarom behoren stroke 1 t/m 4 niet op de laatste drie holes vallen.
  • Om bij een eventuele verlenging van de wedstrijd, waarbij volgens de regels weer dezelfde slagen gegeven moeten worden om te zorgen dat een speler niet meteen die enkele slag op hole 1 of 2 moet geven, dienen stroke 1 t/m 4 niet op de eerste paar holes te vallen.
  • De speler die slagen ontvangt heeft deze normaal gesproken eerst nodig om gelijk te spelen op de moeilijkste par 5 en 4, omdat hij of zij ten opzichte van de tegenstander waarschijnlijk een extra slag nodig heeft om de green te bereiken. Vervolgens komen de andere par 5’en par-4’s aan bod. Als laatste komen de par-3’s, waarbij een zeer moeilijke par-3 voor een makkelijke par-4 aan bod kan komen.
  • Verder is een redelijke verdeling van de slagen over de 18 holes aan te bevelen, waarvoor hieronder een tweetal methoden gegeven worden. Maar uiteindelijk is het aan de handicapcommissie om de balans te vinden tussen deze methodes en de kennis van de moeilijkheidsgraad van de verschillende holes op de eigen baan. Dit inzicht kan bijvoorbeeld verkregen worden door scores in wedstrijden en qualifying rondes te analyseren.

Praktische punten van aandacht

Bij de meeste clubs is het uit praktische overwegingen gebruikelijk één stroke index te maken die geschikt is voor alle afslagen (alle teekleuren), zowel voor dames als voor heren en ook voor alle wedstrijdvormen. Men zal daarom bij het maken van één stroke index keuzes moeten maken.

  • Met het spelen van steeds meer 9-holes ronden op 18-holes banen, moeten de even en oneven stroke indices gescheiden worden voor handicapdoeleinden, zodat bijvoorbeeld alle oneven indices op de eerste negen holes vallen en alle even indices op de tweede negen.
  • Maakt men aparte scorekaarten voor 9-holes ronden, dan moeten deze dezelfde stroke indices hebben als die voor een 18-holes ronde gelden; dus niet 1 tot en met 9 maar 1 tot en met 17.
  • Bij een vereniging met drie of vier gelijkwaardige 9-holes banen dient voor elke negen holes een aparte stroke index te worden bepaald. Op basis hiervan moet de vereniging tevens voor iedere mogelijke combinatie een stroke index vaststellen.
  • Voor een nieuwe baan dient een club eerst een provisorische stroke index vast te stellen die hoofdzakelijk gebaseerd is op een gelijkmatige verdeling. Nieuwe banen beschikken immers nog niet over scores van spelers. Na verloop van tijd kan op basis van de scores die verzameld worden een definitieve stroke index vastgesteld worden. Clubs kunnen de provisorische en definitieve stroke index invoeren via Caddie (caddie.ngf.nl).

Methoden om te komen tot een goede verdeling van stroke indices

Om een goede verdeling te bewerkstelligen, wordt geadviseerd om de stroke indices te verdelen per groep van drie holes. Hierbij dient de som van de indices voor elk van de zes groepen van drie holes te liggen voor holes met oneven indices tussen 23 en 31 en bij holes met even indices tussen 26 en 34. Men kan hiervoor de volgende methoden gebruiken:

  • Geef stroke index 1 aan de moeilijkste van de holes 7, 8 of 9; bij negen holes-banen de moeilijkste van de holes 4, 5 en 6.
  • Geef stroke index 2 aan de moeilijkste van de holes 13, 14 of 15.
  • Geef stroke index 3 aan de moeilijkste van de holes 4, 5 en 6; bij negen holes-banen de moeilijkste van de holes 7, 8 of 9.
  • Geef stroke index 4 aan de moeilijkste van de holes 10, 11 of 12.
  • Geef stroke index 5 aan de moeilijkste van de holes 1, 2 of 3.
  • Geef stroke index 6 aan de moeilijkste van de holes 16, 17 of 18.
  • Verdeel de stroke indices 7 t/m 12 over bovenstaande groepen van 3 holes, eventueel op basis van moeilijkheidsgraad; d.w.z. dat index 7 niet in de groep van de holes 7, 8 of 9 hoeft te komen enz.
  • Verdeel de stroke indices 13 t/m 18 op dezelfde wijze.

Alternatief met dezelfde methode:

  • Stroke indices op de holes 1, 2 en 3: 5, 7 en 15.
  • Stroke indices op de holes 4, 5 en 6: 3, 11 en 13.
  • Stroke indices op de holes 7, 8 en 9: 1, 9 en 17.
  • Stroke indices op de holes 10, 11 en 12: 4, 12 en 14.
  • Stroke indices op de holes 13, 14 en 15: 2, 10 en 18.
  • Stroke indices op de holes 16, 17 en 18: 6, 8 en 16.

Voor meer details, zie ook Appendix C van de Rules of Handicapping.